top of page

Wacht niet tot 2030 voor een cultuurtrip naar Molenbeek

Updated: May 24, 2023

Sint-Jans-Molenbeek stelt zich kandidaat om in 2030 culturele hoofdstad van Europa te worden. Daarmee gaat het de strijd aan met culturele kleppers zoals Brugge, Gent en Leuven. Maar de Molenbekenaren geloven wel in de kansen van hun gemeente. Daarom ging Abrupt op pad om de culturele troeven die Molenbeek vandaag al heeft te verkennen.


Donderdag 11 mei 2023 19u54 | Tibert Blommaert

 

Om het historische hart van Sint-Jans-Molenbeek te doorgronden volgen we de uitgestippelde wandeling ‘Oud-Molenbeek, van Kanaal tot Kleine-Zenne’. Die nieuwe wandelroute maakt een lus van 3,5 kilometer door het centrum, van de Havenwijk tot de Heyvaertwijk, een van de dichtstbevolkte delen van Brussel.

Het centrum van Molenbeek combineert nieuwe architectuur met oude glorie

Op ons pad ontmoeten we de bekende Molenbekenaren Johan Leman, Dirk Berckmans en Tom Dedeurwaerder die ons hun mening geven over het project Molenbeek 2030 en het huidige cultuuraanbod in hun gemeente. Daarnaast vragen we ook aan de Molenbekenaar op straat of ze al van de grootste plannen van hun gemeente gehoord hebben en wat ze daar nu van denken. We merken dat de publiciteit alvast goed zit, de meeste (Nederlandstalige) locals die we kunnen spreken hebben het nieuws al opgevangen.


De toeristische wandelroute voert eerst naar het huis van de vzw Foyer met daarnaast het Migratiemuseum dat aan Foyer verbonden is. Deze organisatie met als voorzitter Johan Leman helpt nieuwkomers wegwijs maken in de Belgische samenleving. De gevel is kleurrijk bekleed met opbeurende mozaïeken en geeft zo de Werkhuisstraat een artistieke sfeer.


Dit gedeelte van Molenbeek ligt langs het Kanaal Brussel-Charleroi en wordt gedomineerd door kleine huizen van ondernemers met ruimte voor een werkplaats. De bedrijvigheid van vroeger en nu vormt de rode draad van de wandeling.


Mozaïek bij de VZW Foyer

Na het Kanaal wandelen we langs de Sint-Jan-de-Doperkerk, volgens Leman een miskend monument: “Veeg de graffiti weg en zet deze kerk in Ukkel en toeristen zouden er met bussen naartoe komen om ze te bewonderen.” Joseph Diongre is de architect van de kerk gewijd aan de naamgever van Molenbeek. Hij ontwierp ook het beroemde gele Radiohuis aan het Flageyplein, nu bekend als dé culturele hub in Elsene. Vandaag is er minder lof voor de kolossale kerk van Diongre, maar dat is volgens Leman onterecht. Het gebedshuis is namelijk opgetrokken uit prefabbeton, voor het interbellum een baanbrekende techniek. Het gebouw domineert het voorplein waar mannen thee zitten te drinken en een praatje slaan. Het lijkt wel de stedelijk-modernistische versie van een dorp in de Provence, al maakt het weer ons duidelijk dat Molenbeek wel degelijk in België ligt.



Sint-Jan-de-Doperkerk

We laten ons verder meevoeren lans oude herenhuizen en industriële panden, trendy koffiebars en Marokkaanse bakkers, langs speeltuintjes en desolate braakliggende kavels. We passeren de trotse culturele highlights van Molenbeek; het überhippe tentoonstellingsmuseum MIMA (Millennium Iconoclast Museum of Art), de herbestemde Bellevuebrouwerij, het industriemuseum ‘La Fonderie’… Je passeert ook oude pijnpunten zoals de metrosleuf die dwars door het hart van de gemeente werd gegraven en de sporen van de vele industriële ondernemingen die zijn weggetrokken. Er ligt nog steeds veel afval in de straten en die zijn niet altijd zo verzorgd. De graffiti op de gevels is vaak eerder potsierlijk dan kunstig.


Het is dan ook lastig te zeggen waar de speelse streetart eindigt en het vandalisme begint. “Decoupez ici pour décorer votre intérieur bourgeois” (knip hier om uw burgerlijk interieur in te richten) staat er op een gekladde coupon. De gevelbekleding van de architecturaal blitse kunstenaarswoningen ‘Zwart Paard’ was te kleinburgerlijk voor een misnoegde buurtbewoner.


Twee Molenbeken

Buurtprotest of Zelfspot?

Ik kan me toch niet van de indruk ontdoen dat er twee Molenbeken bestaan. Een Molenbeek van totebags en een Molenbeek van amper bewoonbare huizen. De vraag blijft in welke mate de coole locaties waar de gemeente graag mee uitpakt geen enclaves van het hippe volk uit de Vijfhoek blijven en of al die goedbedoelde projecten wel echt de dialoog met de buurtbewoners aangaan?


De bekende figuren uit het Molenbeekse hebben het vaak over de ‘vierde migratiegolf’, die van de kapitaalkrachtigere middenklasse. Johan Leman vreest hun impact op de huur- en woningprijzen en de macht van de projectontwikkelaars. Dirk Berckmans die vroeger in de gemeenteraad zat verwelkomt dan weer die nieuwe middenklasse als broodnodige bijdragers aan het gemeentebudget. Alleen zo kan je volgens hem een krachtig sociaal beleid uitbouwen. Molenbeek is een gemeente die verandert, en dat is voer voor discussie.


Het ziet er wel naar uit dat meer en meer Brusselaars zich schoorvoetend in die wijk ‘over het kanaal’ wagen om een hippe e-bike te kopen bij Cowboy of om een glas gerstenat te bestellen bij Le Phare du Kanaal. In het MIMA of Migratiemuseum pikken ze misschien nog wat cultuur mee, maar verder gaan ze zelden volgens Johan Leman. Hij hoopt dat Molenbeek 2030 hen meer van de gemeente laat ontdekken.


Millennium Iconoclast Museum of Art

Goed gezien

Het nieuws dat Sint-Jans-Molenbeek zich kandidaat zou stellen kwam eind april als een verrassing. Eerder kondigden namelijk al Brugge, Kortrijk, Gent en Leuven aan dat ze zich kandidaat zouden stellen voor de titel van culturele hoofdstad van Europa in 2030. Dat de Brusselse gemeente op de proppen kwam met een eigen kandidatuur was niet helemaal op eigen initiatief. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wilde zelf eigenlijk kandidaat worden, maar enkel gemeenten komen daarvoor in aanmerking. Bovendien was Brussel al eens culturele hoofdstad in 2000, nationale hoofdsteden lijken sowieso minder kans te maken op de titel: “Molenbeek naar voren schuiven, dat is strategisch goed gezien” grijnst Johan Leman. Het geeft zo een nieuwe wending aan de kandidatuur van Brussel en speelt diverse troeven uit waar de concurrentie in België niet over beschikt.


‘Brussels2030’ wordt dus Molenbeek2030, mét financiële steun van de regio. Of Molenbeek het wordt weten we pas in 2025, maar veel Molenbekenaren vinden het zo’n slecht idee nog niet. Volgens Oscar heeft Brussel aan haar eigen cultureel hoofdstadschap in 2000 veel positiefs overgehouden, zoals de Zinnekeparade en zijn eigen werkgever; het kunstencentrum en atelier Recyclart. Dat cultuurinitiatief is ondertussen naar Molenbeek verhuisd en zal misschien zelf deel uitmaken van de cultuurplannen in 2030. Volgens Oscar kan de gemeente van die plannen alleen maar cultureel rijker worden.


“Molenbeek vertelt het verhaal van Europa sinds 1830”


“Molenbeek is net als een dorp, het sociaal weefsel is hier enorm sterk.” We ontmoeten Johan Leman, voorzitter van de vzw Foyer in de inkomhal van het Migratiemuseum. Hij heeft er al een goedgevulde carrière opzitten, onder andere als directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (CGKR), de voorloper van Unia.


Net als de meeste inwoners van Molenbeek is Leman een nieuwkomer in Brussel, oorspronkelijk komt hij namelijk uit het West-Vlaamse Aalbeke. Hij vertelt ons dat Molenbeek is ontstaan door migratie, het dorp was tot de negentiende eeuw een onooglijk plaatsje naast Brussel. Door de komst van het Kanaal Brussel-Charleroi en de daaropvolgende snelle industrialisatie groeide Molenbeek uit tot een van de dichtst bevolkte gemeenten van België. Die groei ging gepaard met de aankomst van de eerste ‘golf’ nieuwkomers, Vlaamse en Waalse migranten die kwamen werken in de vele fabrieken.


Leman is ervan overtuigd dat de kandidatuur van Molenbeek een succes kan worden: “Wij hebben geen Lam Gods of Gruuthusemuseum, wij kunnen op dat vlak niet concurreren, maar wij moeten uitgaan van ons eigen industrieel erfgoed. Molenbeek heeft het potentieel om het verhaal van Europa sinds 1830 te tonen.” Hij geeft ons een kort overzicht van dat verhaal, en verelt over de vele evoluties die Molenbeek heeft meegmaakt; de snelle industrialisering, de aankomst van migranten -eerst uit het Belgische platteland en dan uit de rest van de wereld- en daarop de de deïndustrialisering van de jaren zeventig en tachtig... tot uiteindelijk vandaag de herbestemming en herwaardering van oude industriewijken. Hij ziet daarin samengebald de recente geschiedenis van heel Europa, een verhaal dat zich uitstekend leent voor een cultureel project.


Zelf is Leman nog niet betrokken bij de opzet van de kandidatuur, maar hij voelt zich verplicht om mee het project te ondersteunen als Molenbeek de titel binnenhaalt. Voor hem hangt veel af van “hoe het spel gespeeld wordt”, hoe het coördinerend team van Fatima Zibouh en Jan Goossens de zaken zullen aanpakken. Hij heeft er wel alle vertrouwen in dat de Molenbekenaren zelf mee zullen bepalen hoe de gemeente zich zal presenteren als culturele hoofdstad: “De organisatoren zullen wel moeten luisteren, Fatima Zibouh is bijvoorbeeld voorzitter van de organisatie Foyer des Jeunes de Molenbeek, die jongeren zullen haar wel ter verantwoording roepen mocht hen iets niet zinnen.”


Leman maakt zich ook weinig zorgen over het huidige culturele aanbod in Molenbeek. “Je zal je op een doordeweekse avond nooit vervelen in Molenbeek. Wat er hier is, dat is geen ‘inferieure cultuur’, dat is een foute benaming”. Toch is er voor elk publiek al iets te beleven. Zo vermeldt hij dat het internationaal dansgezelschap ‘Ultima Vez’ van choreograaf Wim Vandekeybus zijn thuisbasis in Molenbeek heeft. “Veel artiesten komen uit Molenbeek, maar internationaal zullen ze eerder zeggen dat ze uit Brussel komen.”


Of de lokale Molenbekenaren wel naar de activiteiten zullen komen, daar maakt Leman zich evenens geen zorgen over zolang de prijzen maar aangepast zijn aan de Molenbeekse context: “met tickets van 30 euro ga je hier geen volk trekken.” Hij wijst erop dat er nu al in de gemeente elke vrijdag klassieke concerten worden georganiseerd. Ook vindt hij dat er in Molenbeek wel plaats is voor alle soort cultuur en artistieke expressie: “Als wij hier LGBTQ-evenementen organiseren dan passeert dat zonder ophef. In de organisatie hier zitten personen met een andere geaardheid en die daar ook voor uitkomen. De jongeren aanvaarden dat.”


Voor Leman is de vermeende intolerantie in Molenbeek fel overroepen: “Andere delen van het land zijn er ook nog niet op dat vlak”, haalt hij verdedigend aan. Voor hem zijn de belangrijkste issues die de gemeente nu plagen de drugsproblematiek en het typisch Brusselse properheidsprobleem.


Onbedoeld effect

Naast die issues is er één mogelijk effect van de culturele ambities van de gemeente waar Leman zich wel zorgen over maakt. Hij vreest dat huiseigenaren het project zullen aangrijpen om de huurprijzen op te trekken, prijzen die nu al vaak te hoog zijn voor gezinnen met veel kinderen uit Molenbeek: “Dat moet verstandig aangepakt worden”. Hij ziet vandaag de dag al meer kapitaalkrachtige Brusselaars de hoge huur- en woningprijzen in de stad zelf ontvluchten naar Molenbeek, waar ze minderbedeelde locals uit de markt bieden.


Dat zo'n titel zou kunnen leiden tot een grote hoeveelheid toeristen die naar Molenbeek zullen komen, daar zit hij minder mee in: “We zitten hier maar op een kwartiertje van de Grote Markt, die zullen wel vooral daar blijven overnachten.” Toch hoopt hij dat Molenbeek 2030 toeristen én Brusselaars naar Molenbeek lokt: “Het kanaal blijft toch voor veel Brusselaars een psychologische barrière.”


Leman vindt Molenbeek ten slotte, miskend als cultuurbestemming. Hij heeft het over de Sint-Jan-de-Doperkerk, de tuinwijken uit het interbellum en de vele voorbeelden van Bauhaus- en Art Nouveau-architectuur in het straatbeeld: “Molenbeek heeft zo veel historisch industrieel erfgoed dat nog echt zichtbaar is, dat is onze sterkte.”


“Zelfs als Molenbeek het niet haalt is het toch nuttig om dingen in gang te steken”


Dirk Berckmans, voormalig gemeenteraadslid in Molenbeek voor Gemeentebelangen en N-VA en vroeger regionaal journalist en kabinetsmedewerker ontmoet ons in de taverne ‘La Chope’, tegenover het politiecommissariaat van de politiezone Brussel-West. Het café bevindt zich aan de metrosleuf die de MIVB dwars door Molenbeek heeft gegraven zonder rekening te houden met de wijk erboven. De sleuf werd oorspronkelijk gewoon bedekt met betonplaten. Pas de laatste jaren werd hier een soort ‘boulevard’ van gemaakt met een felbevochten speeltuin.


Berckmans hoopt dat Molenbeek 2030 voldoende het historische erfgoed van de gemeente in de verf zal zetten. Hij is net als Leman gepassioneerd door de geschiedenis van dit stukje Brussel. Zo weet hij ons te vertellen dat Sint-Jans-Molenbeek de eerste Brusselse gemeente was die werd bevrijd door de geallieerden in 1944. Ook heeft hij het over het rijke industriële verleden van de gemeente en hoe dat allemaal wegviel na de oliecrisis in de jaren zeventig.


Berckmans is tevreden met het (sociaal) ondernemerschap dat zich sindsdien in de gemeente heeft ontwikkeld. Vol trots toont hij een trendy zaak die elektrische fietsen verkoopt, hij haalt de herbestemming van de Bellevuebrouwerij aan als een succesverhaal. De oud-politicus verwelkomt dan ook de vele nieuwe bouwprojecten rondom het Kanaal: “We hebben die middenklasse nodig om een echte sociale politiek uit te bouwen.”


Op de vraag of de evenementen rond culturele hoofdstad niet erg veel kosten voor een gemeente met vandaag al veel noden antwoordt hij met een vergelijking: “Het is een beetje zoals de Olympische Spelen. Die kosten ook handenvol geld, maar leveren de organiserende steden ook veel op, en dat kan vaak moeilijk in geld worden uitgedrukt.” Hij gelooft dat Molenbeek meer uit de titel van culturele hoofdstad zal halen dan dat het erin zal steken.


Berckamns ziet ook geen probleem qua culturele tolernatie en openheid. Voor hem zullen tegen dan alle vormen van cultuur welkom zijn, al geeft hij toe dat alles zijn tijd nodig heeft. Als positief voorbeeld haalt hij aan dat gemeenteraadsleden uit Molenbeek nu al durven opkomen voor homobars waar werd ingebroken, ze steken hun nek uit en daarom ziet hij het wel goedkomen.


Nieuw Elan

Dat alle vormen van cultuur aan bod moeten komen ligt hem als flamingant nauw aan het hart. Voor Berckmans moet er bij Molenbeek 2030 zeker plek zijn voor de nederlandstalige kant van de gemeente. Voor hem bewijst het succes van het gemeenschapscentrum De Vaartkapoen, dat met zijn concerten publiek van ver buiten Brussel naar Molenbeek lokt, dat Vlamingen in Molenbeek een rol te spelen hebben op vlak van cultuur.

Voor het oud-gemeenteraadslid is alleen al de indiening van de kandidatuur belangrijk. Gewonweg de ambitie verwoorden kan een nieuw elan geven aan Molenbeek. Eindelijk eens ander nieuws uit Molenbeek zeggen zowat alle geïnterviewden. “Zelfs als Molenbeek het niet haalt zal het toch nuttig zijn geweest om dingen in gang te steken,” zo vindt Dirk Berckmans.


Zelf noemt hij als zijn favoriete cultuurplekje het Kasteel Karreveld en het bijbehorende park. Daarnaast houdt hij van het historische hart van Molenbeek. Het eerste omdat het een groen domein met water is waar mensen kunnen ontspannen, en een belangrijk historisch monument. Het tweede door de aanwezigheid van het imposante gemeentehuis met de glanzend groene koepel en de Sint-Jan-de-Doperkerk. Een volwaardig centrum vol levendigheid: “Ik ga daar met veel goesting een koffie drinken of een muntthee.”


“Molenbeek 2030 kan een hefboom zijn voor de jeugd tegen de negatieve perceptie"


Tom Dedeurwaerder wil wel even tijd voor ons vrijmaken wanneer we pauzeren in de broodjeszaak Bel’O. Die maakt deel uit van de vzw Groot Eiland, een grote speler in de sociale economie in Molenbeek. Hun paradepaardje is het restaurant Belmundo, dat samen met het museum MIMA en Hotel Meininger gevestigd is in de oude Bellevuebrouwerij aan het Kanaal. De sociale vzw omvat naast een restaurant en broodjeszaak ook nog projecten rond stadslandbouw, biologische voeding en catering en Tom Dedeurwaerder is de directeur van Groot Eiland.


Hij is de eerste persoon die we spreken die wel degelijk actief deelneemt aan de voorbereidingen van de kandidatuur van Molenbeek: “Vorige week had ik een vergadering met mevrouw Zibouh”, is het enige dat hij daar voorlopig over kwijt kan.


In De Standaard noemde het coördinerende duo Zibouh-Goossens drie ‘werven’ die het team wou aanpakken voor 2030. Het ging over meer groen en blauw in de wijken aan het Kanaal, het opstarten van een nieuwe culturele dynamiek voor Brussel en het betrekken van de jonge bevolking van de gemeente als change makers voor de toekomst.


Onder die laatste werf zal Dedeurwaerder met zijn vzw mee de schouders zetten. Groot Eiland geeft namelijk Brusselaars zonder formele opleiding en met weinig kansen op de arbeidsmarkt praktische opleidingen en leer-werkervaringen Dat doen ze onder strenge en persoonlijke begeleiding in een van de zestien miniondernemingen. Ze bieden hun biologische producten gekweekt en verkocht met een korte keten aan tegen marktconforme prijzen. Zo werkt de ondernemring naar eigen zeggen sociaal, economisch een ecologisch.


Hellhole af

Voor Dedeurwaerder is Molenbeek 2030 potentieel een heel positief project. Hij hoopt dat Molenbeek zo eindelijk komaf maakt met het ‘hellhole’-label dat Trump Brussel, en in het bijzonder Molenbeek bezorgde na de aanslagen in Parijs en de Belgische hoofdstad.


Volgens hem is al het nodige cultuurtalent nu al aanwezig in de gemeente, het heeft alleen nood aan positieve aandacht om te ontkiemen en daarvoor kan Molenbeek 2030 een hefboom zijn. De sociaal ondernemer wil dat de gemeente broedplekken voor creativiteit realiseert om te tonen dat het anders kan, dat de maatschappij ook andere paden ondersteunt voor Molenbekenaren met minder kansen.


Zijn favoriete culturele initiatieven van Molenbeek die je nu al kan bezoeken zijn het MIMA en het Migratiemuseum. Het MIMA ziet hij als een plek die ook jongeren op eigen wijze kan laten proeven van cultuur: “Het MIMA pakt de zaken anders aan, het staat voor veel meer open. Het rekent af met het duffe imago van klassieke musea, mijn kinderen hebben niet veel met een museum, maar naar het MIMA willen ze wel gaan.”

Daarnaast is ook het Migratiemuseum voor Dedeurwaerder een must-see voor wie naar Molenbeek komt: “Het vertelt het verhaal van heel Brussel eigenlijk, in een stad waar ongeveer 70% van de inwoners van vreemde origine is moet je het daarover hebben.”


197 views0 comments

Bình luận


bottom of page