top of page

Vrijwilligers uit de hele wereld: "Pride eist het recht om jezelf te zijn"

Vrijwilligers over de Pride: een vluchteling, een moeder die uit Mexico kwam voor haar dochter en een Brits diplomaat vertellen hun verhaal.


Donderdag 11 mei 17u28 | Joachim Hoste

 

De Brusselse Prideweek ging woensdag van start. Een week lang gaan er talloze activiteiten door die niet mogelijk zouden zijn zonder vrijwilligers.


Als je door de Lievevrouwbroersstraat loopt zal je een gebouw tegenkomen dat vol hangt: we vinden een spiegeltje aan de gevel, maar vooral de stickers met Fuck Thierry Jaspart springen in het oog. Een homofobe, transfobe politicus? Of misschien toch een excentrieke kunstenaar? Het blijkt dat laatste. Wij moeten in het gebouw ernaast zijn, op nummer 22 bij het queer gemeenschapscentrum Grands Carmes. Wij mogen meevolgen met het infomoment voor de vrijwilligers van de Pride. Graziella van RainbowHouse zet de avond in met de dankbare boodschap dat er zonder vrijwilligers geen Pride zou zijn.



"Het is oké om Fabulous te zijn"

Arthur heeft lang haar en draagt een trui met v-hals die best wel wat ruimte laat voor een blote borstkas: Rond zijn hals glinstert een zilverkleurige ketting en hij draagt een compact handtasje. "Het is oké om fabulous te zijn", vindt hij. En fabulous is Arthur zeker. Hij werkt bij RainbowHouse en is verantwoordelijk voor de bar. Hij is blij te zien dat er veel mensen willen helpen: "Zonder vrijwilligers zou het niet mogelijk zijn, want alles steunt op mensen die teruggeven en vormgeven aan de gemeenschap."


"Er moet op de Pride een balans zijn tussen het feest en het politieke activisme. We vieren dat de straten en publieke ruimte voor een keer werkelijk van ons zijn. Maar in de eerste plaats is het een protest. Zelfs als we de juiste richting uitgaan, zijn er nog groepen binnen onze gemeenschap die het moeilijk hebben. Er is nog altijd veel geweld en onrechtvaardigheid."


Zelf krijgt Arthur elke week met beledigingen te maken. Twee weken geleden smeet iemand nog een glazen fles naar zijn hoofd die vlak naast hem uiteenbrak: "Ik denk dat het niet zoveel met homoseksualiteit te maken heeft, maar meer met mijn genderexpressie. Dat triggert mensen erg en ze reageren heel gemeen." Hij is het ondertussen gewoon: "Ik normaliseer het niet, maar op een oppervlakkig niveau raakt het me niet meer. Omdat ik het toch herinner, weet ik dat het me ergens wel nog raakt. Ik heb geleerd om het in een vakje te stoppen, omdat het mijn dag anders zou verpesten."


Hij ziet nog kansen bij campagnes voor de aanvaarding van de lgbtqia+-gemeenschap, het onderwijs en meer subsidies voor groepen die al iets doen voor de gemeenschap. Hij vindt bijvoorbeeld dat queergeschiedenis zeker aan bod moet komen omdat het onze samenleving werkelijk veranderde. "Zo'n onderwijs biedt ook tools aan heteroseksuele jongens en meisjes. Het zou helpen tegen toxische mannelijkheid en heteronormativiteit helpen. Het is oké om te wenen en je te verkleden." Daarnaast ziet hij dat er groepen zijn die meer steun nodig hebben: "Er zijn veel transpersonen die geen plaats hebben om te slapen en niet naar de bestaande opvang kunnen omdat het onveilig is voor hen. Er is geen veilige opvang die voor hen is gemaakt. Een transpersoon komt zo vaak op straat terecht, en je weet dat dat een vreselijke nacht zal zijn."


Hij geeft mensen die nog te onzeker zijn om naar een Pride te komen of zich te outen de raad te luisteren naar wat ze diep vanbinnen juist voelen. "Als je voelt dat je het kan doen, doe het. Als je later terugkijkt naar dingen die je niet gedaan hebt, voel je altijd spijt, dus je kan dat beter voorkomen. Ik ben er me van bewust dat het voor sommige mensen niet veilig is. Je hoeft jezelf niet in gevaar te brengen, maar probeert het mogelijk te maken als je kan. Er zijn altijd mensen, groepen en organisaties die je daarbij kunnen steunen."


"Als vluchteling weet je niet hoe mensen zullen reageren op wie je bent"

De eerste vrijwilliger die ik aanspreek is Brian: "Dit is wie ik ben. Ik ben queer en zwart," vertelt hij. Brian vertegenwoordigt de ervaringen van lgbtqia+-vluchtelingen en wil tijdens deze Pride met hen samenkomen: "Het is een ontwrichtende ervaring om een vluchteling te worden. Om te slapen kom je met erg veel mensen op een plek terecht. Je kent de mensen hen niet en je weet niet hoe ze zullen reageren als ze te weten komen wie jij bent. Maar je hoort het al snel aan hoe mensen met je praten."


De lgbtqia+-gemeenschap helpt hem, onder meer door met elkaar over ervaringen te praten. Zijn tip aan mensen die nog bang zijn om hun genderidentiteit te uiten: "Geloof in wie je bent en vind mensen om mee samen te komen."


"Intolerante mensen zijn zelf het probleem"

Mildred, een zelfzekere vrouw van rond de veertig, komt helemaal uit Cancun in Mexico en helpt tijdens de Prideweek mee in Brussel. Voor haar is het belangrijk om haar dochter te steunen en tijd met haar door te brengen. Haar lesbische dochter en haar zoon kwamen in Brussel wonen omdat het thuis te onveilig was: "Ik denk dat er hier meer respect voor rechten is. Hoewel ik mijn kinderen mis, ben ik gelukkiger nu ze in een veilige omgeving wonen. Mexico is zeer intolerant. Wij zijn een van de landen waar transpersonen het vaakst slachtoffer van geweld en moorden zijn. Zeker de laatste jaren is het geweld tegen vrouwen en lgbtqia+ sterk toegenomen."


Volgens Mildred ontstaat die intolerantie omdat mensen zichzelf niet accepteren. Wie over anderen oordeelt, zegt namelijk iets over zichzelf: "Mensen die zeer intolerant zijn, moeten zichzelf de vraag stellen waarom ze zich zo voelen, want het probleem ligt bij hen."


Bij de Pride vindt ze een verbonden gemeenschap terug: "Ik vind het mooi dat de gemeenschap bij elkaar komt omdat liefde simpelweg van een ander mens houden is. Welk gender we zijn, maakt geen verschil als we van elkaar houden. De Pride is er om het recht te vragen jezelf te zijn. We moeten stoppen verschillen tussen ons allen te zoeken." Ze schreef daar in haar boek Soy Damiana over dat seks zoals dans is: het maakt niet uit welke voorkeur je hebt. Zowel een rustige dans, een salsa als een moshpit is goed.


Daarnaast vindt ze het gemeenschapsgevoel dat het louter seksuele aspect overstijgt belangrijk: "In veel plaatsen is dat verloren gegaan. Er is nergens een gemeenschap. Ik herinner me dat ik als kind in de Mexicaanse steden mijn buren kende. Dat was tof, maar nu is alles erg individueel. Ik leerde van de Pride opnieuw een gemeenschap te worden en elkaar te steunen. Het maakt niet uit van welke tribe je bent, je hebt elkaar altijd nodig."


"Mijn coming out redde mij van een mentale crisis"

Martin is waarschijnlijk nog enthousiaster over mijn artikel dan ikzelf. De Brit kwam pas vorig jaar uit de kast. Hij liep eerder al mee met de parade binnen de Diplomats for Equality-groep omdat hij voor de Foreign Office werkt: "Dit jaar wil ik iets doen dat meer in lijn met mijn waarden ligt." Die waarden zijn openheid, gelijkheid, liefde en aanvaarding. Daar kan hij niet altijd op rekenen tijdens zijn werk als diplomaat: "Als je daar werkt, moet je een bepaald type persoon zijn. Dit is een manier om de echte ik te zijn. Om mezelf te zijn en om twee levens te hebben."


De gemeenschap was voor hem van levensbelang. Hij was voor de Pride al vrijwilliger voor de vzw ExAequo, die zich inzet voor de gezondheid van mannen die homoseks hebben in Franstalig België. Juist dat engagement gaf hem sterkte: "Voor ik uit de kast kwam, had ik problemen met mijn mentale gezondheid. Ik raakte in een crisis en moest bijna in het ziekenhuis opgenomen worden. Het waren mijn coming out en vrijwilligerschap bij ExAequo en de Pride die mij deden herstellen."


133 views0 comments

Comments


bottom of page