top of page

Hapt Brussel straks naar adem?

In 1997 heeft UNESCO delen van het Zoniënwoud als werelderfgoed erkend. Het is een van de wouden die “getuigen van de uitzonderlijke evolutie en impact die het beuken-ecosysteem in Europa heeft gekend sinds de laatste IJstijd”. Nu warme zomers en droogte de beuken in het bos bedreigen, houdt onze hoofdstad de adem in. Het Zoniënwoud heeft namelijk een impact op de Brusselse leefbaarheid. Wij volgden enkele boswachters om te weten te komen hoe groot die impact dan wel is.


Donderdag 11 mei 12u50 | Jan Debaus

 

Het Zoniënwoud is met zijn oppervlakte groter dan Brussel, de groene long van de stad. Het immense bos haalt niet alleen CO² uit de lucht, maar filtert ook het fijnstof dat ontstond uit de combinatie van ammoniak en andere (uitlaat)gassen. Vooral bij zuidoostelijke wind is de fijnstoffilter van het woud belangrijk. Zonder Zoniënwoud zou Brussel kuchen, nog meer dan nu.


Een Beukenbestand in het Zoniënwoud

65% van het woud bestaat uit beuken. Die staan verspreid over de drie delen van het bos: het Vlaamse, het Brusselse en het Waalse. Maar terwijl de communautaire chaos ook hier aanwezig is, bonkt de klimaatopwarming op de deur. Beuken voelen zich thuis in een koelgematigd klimaat met veel regen. Vorige zomer heeft bewezen dat een dergelijk klimaat in België geen zekerheid meer is. De nieuwe realiteit van droge zomers en hittegolven vormen dé uitdaging voor het bosbeheer van het Zoniënwoud.


Proactief handelen


“Ironisch genoeg regent het vandaag pijpestelen”, merkt Frederik Vaes op. Hij is hoofd van het departement Bos bij Leefmilieu Brussel, ingenieur en sporadisch nog boswachter. Vandaag trekt hij zijn regenlaarzen aan en zet hij zijn jagershoed op om een expeditie te leiden door het Zoniënwoud. Die vertrekt vanuit de uitvalsbasis van de Brusselse bosdienst, een groot uitgevallen blokhut aan de kant van de weg. Zo’n vijftien boswachters luisteren aandachtig naar de ingenieur die het nieuwe beheerplan schreef voor het Zoniënwoud. De meerderheid is Franstalig en dus wisselt Frederik vlotjes tussen Nederlands en Frans. “Nous allons partir!”


“Op een jaar tijd zijn hier een 150-tal sparren kaalgevreten door schorskevers." - Frederik Vaes

De uitvalsbasis van het Brusselse bosbeheer

“Op een jaar tijd zijn hier een 150-tal sparren kaalgevreten door schorskevers”

Een groep jagershoeden en baarden vertrekt goed georganiseerd richting het bos. Het lijkt wel een zuidpoolexpeditie. “We zetten koers naar een oud beukenbestand dat we zullen omvormen tot een ander soort bos”, vertelt Frederik. Al snel blijkt waarom die omvorming wel eens dringend zou kunnen zijn. Onderweg komen we op een open plek terecht die door braamstruiken omsloten wordt. “Op een jaar tijd zijn hier een 150-tal sparren kaalgevreten door schorskevers. Het was voor ons het eerste zichtbare effect van klimaatverandering.”


Uit vrees dat de beuken hier hetzelfde lot zullen ondergaan, moet er volgens Frederik proactief gehandeld worden. Een deel van de beuken in het beukenbestand zal worden gekapt. “Dat is jammer want de gemiddelde beuk hier is 140 jaar oud. Maar het gaat niet om kaalkap. Sommige beuken worden vervangen door niet-inheemse soorten die beter gedijen in de huidige omstandigheden, zoals de wintereik.”


Eén van de omgevallen reuzen in het Zoniënwoud

Na de stop bij het beukenbestand hervat Frederik zijn tocht. Zijn grijze haren zijn ons herkenningspunt. Maar na een tijdje zijn ze uit ons gezichtsveld verdwenen. De immense beuken in dit unieke woud zijn overweldigend, merken we wanneer we even naar boven kijken. Op dat moment komt boswachter Bram naast ons wandelen. Hij draagt een witte pet met een rood esdoornblad, heeft een afgebleekte baard en spreekt ook Nederlands. Wat zijn band met Canada is, is onduidelijk. Wel valt zijn liefde voor het Zoniënwoud meteen op.


“Van je grootmoeder van 80 jaar kan je ook niet meer de flexibiliteit verwachten van iemand van 20." - Boswachter Bram

We bevinden ons al een eindje achter de groep boswachters als Bram zijn eerste stop maakt. Hij licht de huidige situatie van de beuk nog eens helder toe: “We moeten preventief te werk gaan, want we kunnen niet wachten tot ze allemaal het loodje leggen. Van je grootmoeder van 80 jaar kan je ook niet meer de flexibiliteit verwachten van iemand van 20. Dat is met bomen ook zo. De oude beuken kunnen zich niet meer aanpassen aan de nieuwe situatie van droogte.”


Leefbaarheid


Na vier stops komen we terug bij de groep. Daar lijkt een kleine discussie aan de gang tussen Frederik en de oudgediende van het Brussels bosbeheer, Etienne. Etienne vraagt zich af of de grove den al dan niet een inheemse soort is. Frederik antwoordt genuanceerd: “in Vlaanderen wel, maar niet in het Zoniënwoud.” De oude man lijkt niet helemaal tevreden met het antwoord, maar knikt instemmend en rookt zijn pijp tussen de hoge bomen. Het lijkt alsof de tijd hier is blijven stilstaan.


Boswachter Etienne met hoed en pijp in het Zoniënwoud

Maar in het Zoniënwoud stond de tijd niet stil. Integendeel. “Klimaatverandering heeft het woud al erg op de proef gesteld. Dat bewijzen de verziekte sparren. Er is reden tot bezorgdheid, want in het huidige scenario -anderhalve graad opwarming tegen 2100- is de kans groot dat de beuk het niet gaat houden. Ik geloof niet dat het woud ooit zal verdwijnen, maar het zal er wel radicaal anders gaan uitzien”, aldus Frederik Vaes.


“Mensen denken dat we bomen nodig hebben voor zuurstof. Als dat waar was, waren we al lang dood." - Frederik Vaes

Terwijl de gietende regen drie uur later nog steeds weergalmt in het bos, loopt de expeditie stilaan ten einde. De bewoonde wereld ligt hier op een steenworp vandaan. Toch is Frederik ervan overtuigd dat de impact van het Zoniënwoud op de Brusselse luchtkwaliteit overschat wordt. “Mensen denken dat we bomen nodig hebben voor zuurstof. Als dat waar was, waren we al lang dood. De voornaamste functie van het bos is CO² opnemen. Maar dat effect is heel lokaal. Het heeft dus niet zulke grote gevolgen voor Brussel, enkel voor de directe omgeving van het woud.”


Maar het Zoniënwoud is wel degelijk van nut voor Brussel. Het filtert fijnstof dat komt overgewaaid uit zuidoostelijke richting. “Dat geeft me ook een dubbel gevoel”, zegt de bosbeheerder. “Want dat fijnstof is waarschijnlijk ook heel ongezond voor het woud. Hoe ongezond het is, zal de tijd nog moeten uitwijzen. Maar aan grote rampen als Chernobyl zie je dat de natuur nog heel lang getroffen blijft. Ook het Zoniënwoud werd toen getroffen.”


Dat de toekomst van het Zoniënwoud onzeker is, staat vast. Zelfs het legertje boswachters dat zich hier vandaag verzameld heeft, weet niet hoe snel het verval zich zal verspreiden. Ze weten uit ervaring dat het erg snel kan gaan. Maar dat het bos zal verdwijnen, hoort niet bij de mogelijke scenario’s. Wat er ook gebeurt, de luchtkwaliteit van de hoofdstad zal niet veel veranderen. Maar om onze band met de natuur te waarborgen, mag dit unieke en immense stuk natuur wat ons betreft nog honderden jaren blijven leven.

66 views0 comments

Recent Posts

See All

Comments


bottom of page